Ontmoeting Tonny Jacobs en Arne Arneson
In December 1944, Nijmegen is bevrijd maar ligt nog midden in de frontlinie, ontmoet Tonny Jacobs soldaat Arne Arneson. Jaren later gaat Arne naar Tonny op zoek.
Arne Arneson en The Calgary Highlanders
Het is begin december 1944. Canadees Arne Arneson is met de 5e brigade van de 2e divisie van The Calgary Highlanders gelegerd in de regio Nijmegen. Hij is 22 jaar en heeft sinds de landing op 6 juli in Normandië met het Canadese leger een lange weg afgelegd. Op verschillende plaatsen hebben ze felle strijd moeten leveren. Sinds 10 november ligt hij met zijn divisie in de regio Nijmegen. De stad is bevrijd, maar zit nog midden in de frontlinie. Vrijwel dagelijks vuren Duitsers granaten af vanaf de overzijde van de Waal. Ondertussen wordt het Rijk van Nijmegen opgevuld met steeds meer militairen. Zonder dat de Duitsers het merken, verzamelen zich bijna 500.000 militairen die zich opmaken voor het grote Rijnlandoffensief. Nijmegen wordt een belegerde stad. (Zie:Nijmegen Frontstad: de Canadezen lossen de Amerikanen af)
Ondertussen heeft de divisie van Arne de taak om het frontgebied rond Groesbeek en later ook Berg en Dal te behouden. Het is winter en het is bitterkoud, modderig en nat. Er ligt vaak sneeuw. De positie die de militairen moeten bewaken, herinnert hen aan de verhalen over de loopgraven in de vorige oorlog. De omstandigheden zijn ellendig. Een groot deel van de dag bestaat uit patrouilleren. De soldaten kruipen door de bossen. Elke foute beweging die ze maken, doet krakend een takje breken of bladeren ritselen en verraadt hun aanwezigheid. De Duitsers zitten vlakbij, elk geluid laat snel een spervuur ontstaan. Er liggen veel mijnen en ze horen mortiervuur en schieten. De lange nachten bestaan uit het turen over de rand van de loopgraaf in een donker, zwart woud. Bij elk geluid vragen ze zich af wat het is. Angstig wachten ze het ochtendgloren af.
Tonny en ‘restcenter’ Café Jacobs
Begin december 1944 is Tonny net acht jaar. Zijn vader is de eigenaar van Café Jacobs (nu café De Shuffle) bovenaan de Berg en Dalseweg, ter hoogte van het huidige Canisius-Mater Dei College. Voor de bevrijding was het café gevorderd door de Duitsers. Nu, na het vertrek van de Duitsers, doet het dienst als ‘restcenter’ voor de Engelse en Canadese bevrijders om te rusten en te ontspannen. In het café komen soldaten die twee weken aan de frontlinie zijn geweest en in het schoolgebouw Mater Dei kunnen bijkomen. Het schoolgebouw ligt tegenover het café en is in 1944 tijdelijk gesloten en in gebruik genomen door de geallieerden.
In de grote achterzaal van het café worden films vertoond en soms is er bier, dat de soldaten zelf meebrengen uit Duitsland. De militairen hebben veel spullen, sigaretten, snoep, van alles. Tonny hangt als jonge jongen altijd bij hen rond. Hij en zijn vriendjes zijn ook vaak aan de overkant in Mater Dei, waar veel militairen gelegerd zijn. Daar is iets te beleven en … er is iets te halen.
Ontmoeting
Het is hier in Mater Dei dat Tonny Jacobs en Arne Arneson elkaar tegen komen. Arne Arneson over hun eerste ontmoeting “We hadden onze eerste warme maaltijd sinds tijden: vlees, jus en een stukje rozijnentaart. We aten meestal voedsel uit blik. Ik had geen zakmes en dus vroeg ik een van de andere soldaten of zij een mes hadden. Er stond een kleine blonde jongen en die zei: “you can have mine”. “De jongen zag er hongerig uit, maar moest overtuigd worden om een stuk taart en een blik met kaas aan te nemen. Dit was in december 1944. De jongen had Engels geleerd van Airborne soldaten die eerder dat jaar geland waren.” De jongen is Tonny Jacobs. “De volgende dag kwam hij terug om zijn mes terug te krijgen. Hij zei dat zijn vader en moeder mij bedankten voor de taart en kaas en mij wilden ontmoeten.” Dus gaat Arne Arneson naar het huis van Tonny achter het café en wordt voorgesteld aan zijn vader, moeder en zussen. In de periode daarna stoppen hij en enkele andere Canadese soldaten bijna elke dag bij het café en brengen tijd door met de familie.
Grote betekenis
Arne raakt bevriend met de familie. Hij ziet kans om hen aan wat extra voedsel van het leger te helpen, aan kaas, vlees, van alles. “Tezamen met de rest van de Nederlanders had de familie erg weinig in die dagen. We brachten legerkost voor hen mee, want Nederland had een groot tekort aan eten.” En de familie Jacobs nam het met grote dankbaarheid aan. Dat wat overbleef, deelden ze met de buurt.
Tonny Jacobs en Arne Arneson
Als Arne met zijn divisie verder moet, geeft moeder Jacobs hem een foto van Tonny mee uit een foto-album. Tonny schrijft zelf zijn naam achterop. Na een tijd komt Arne gewond in een ziekenhuis in Frankrijk terecht met alleen de foto van de jongen en zijn naam en souvenirs. In het ziekenhuis krijgt hij nog één keer bericht van moeder Jacobs. Sindsdien is het contact verloren…
Op zoek
Na het einde van de oorlog, terug in Canada, vestigt Arne zich in het plaatsje Prince Rupert. Daar leert hij een Nederlander kennen, Harry Scholten, die in 1952 vanuit Baarn samen met zijn vrouw Mia van den Bergh naar Canada was ge235;migreerd. Mia had een verzetsherdenkingskruis gekregen voor haar verzetswerkzaamheden in Oss. Ze spreken regelmatig over de oorlog.
Arne vertelt aan Harry dat hij in 1944 in Nijmegen een kleine Nederlandse jongen had ontmoet die heel goed Engels sprak en altijd om dingen vroeg. Arne laat Harry de foto van Tonny zien die hij nog steeds zorgvuldig bewaart. Ooit wil hij uitvinden hoe en waar Tonny nu is. Na de oorlog is Arneson een aantal keren terug geweest naar Europa, de laatste keer in 1984. Het lukte echter niet de jongen en zijn familie te vinden. Het enige dat hij weet is dat de familie een restaurant bezat in Nijmegen, maar de achternaam Jacobs komt erg veel voor. Toen hij twee bladzijden met ‘Jacobs’ in het telefoonboek zag, gaf hij de moed op.
Eind april 1995 gaat Harry Scholten naar familie in Oss voor de herdenking van 50 jaar bevrijding van Nederland. De Arnesons hadden overwogen om mee te gaan met de veteran’s flight maar helaas laat Arne’s gezondheid dat niet toe. De wens om Tonny te vinden is echter nog even sterk en Arne vraagt aan Harry of hij wil proberen Tonny te vinden. Harry krijgt de foto uit 1945 van Tonny mee en een foto van Arne zelf.
Harry schrijft een brief aan TV-programma Spoorloos. Eind april 1995 heeft dat nog niets opgeleverd. In Nederland aangekomen, bezoekt hij het stadsarchief van Nijmegen en legt daar zijn vraag voor aan een medewerkster van het archief, Helga van de Water.
Hervonden
Harry hoeft niet lang te wachten: na twintig minuten zoeken, komt Helga van de Water terug en meldt dat ze Tonny al aan de telefoon heeft gehad. Tonny is hoogst verbaasd dat een man uit Canada naar hem op zoek is en zijn jeugdfoto heeft. Hijzelf kan zich Arne niet persoonlijk herinneren. In ’44 was hij nog jong en er kwamen veel militairen in het caf#&233;. En na de oorlog ging het leven verder. Maar Tonny vindt het heel bijzonder dat een soldaat uit de oorlog naar hem op zoek is. Hij is erg nieuwsgierig om te weten waarom deze man uit Canada zijn foto 50 jaar lang met zich heeft rondgedragen. Dezelfde dag nog belt hij Arne. Die kan zijn oren niet geloven. Eindelijk heeft hij de kleine jongen van 50 jaar geleden hervonden. De jongen met wie het contact met hem en zijn familie in die ellendige oorlogstijd van zo’n grote betekenis was voor Arne. En voor Tonny? Voor Tonny vertegenwoordigt Arne àl de moedige bevrijders.
Brieven en dankbaarheid
Na het telefoontje houden Arne, Tonny en Harry Scholten contact. Ze schrijven brieven naar elkaar en wisselen krantenartikelen uit waarin over de hereniging wordt geschreven. ‘Tonny is een hele celebrity hier in de stad en we horen van alle kanten uitroepen van verbazing dat jullie na 50 jaar elkaar toch weer hebben gevonden.’ Zo schrijft Harry Scholten in een brief aan Tonny. Ook wisselen ze informatie uit over herdenkingen en reunies. De van oorsprong Nederlandse bevolking organiseert in die tijd in Canada veel bijeenkomsten voor Canadese veteranen om dankbaarheid te tonen voor wat zij in de oorlog hebben gedaan. Ook Tonny en Iet Jacobs doet het vandaag de dag nog steeds veel als ze praten over wat de bevrijders en de Canadezen voor de Nederlanders hebben gedaan. In een brief aan Harry schrijft Tonny in hoofdletters: NEDERLAND IS HEN NOG STEEDS DANKBAAR!
Tonny en zijn vrouw Iet willen Arne graag opzoeken. Door hun zaak (slijterij Jacobs aan de Van Heutszstraat) kunnen ze echter niet weg. En al lang geleden hebben ze een grote reis met hun zeilboot gepland voor het moment dat ze met hun zaak ophouden. Zes jaar gaan ze met de boot op reis en het bezoek aan Arne blijft op hun verlanglijst staan. Zo ver zal het echter niet komen. In 1999 ontvangt Tonny een brief van Harry dat Arne Arneson eind april 1999 is overleden. Arne sprak veel over jullie en koesterde altijd nog de hoop jullie eens persoonlijk te ontmoeten.
Uit het oog, maar niet uit het hart
Na het overlijden van Arne blijft het contact tussen de families bestaan. Tonny, Harry, de vrouw van Arne en zijn zoon blijven elkaar schrijven. Inmiddels zijn de vrouw van Arne en Harry en zijn vrouw overleden, maar Tonny heeft nog steeds contact met Arne’s zoon.
Tonny heeft de intentie om alle correspondentie en krantenartikelen aan het Bevrijdingsmuseum in Groesbeek te geven als een goed voorbeeld van hoe dingen verliepen na de oorlog. Een deel van de collectie van het museum bestaat uit allerlei soorten correspondentie tussen de bevrijders en Nederlanders, bijvoorbeeld met hun nieuw gevonden liefdes. De zoon en vrouw van Arne Arneson vonden dit een geweldig idee. Samen met Arne hebben zij dit museum jaren geleden bezocht. Arne deelde daar enkele verhalen uit de oorlog met zijn zoon.
Zoals het verhaal van zijn ontmoeting met Tonny Jacobs…
Het materiaal van Ton Jacobs is in 2014 bewerkt door Caroline Majoie.
Bronnen:
Correspondentie tussen Ton en Iet Jacobs, Harry en Mia Scholten, Arne en Mary Arneson van 29 april 1995 t/m 25 november 2009
– Calgary Highlanders: Algemeen
– Calgary Highlanders: A Company
– Calgary Highlanders: B Company
– Ton en Iet Jacobs
– De Krant, Het bleek net genoeg te zijn, July 25 1995
– Prince Rupert This Week, Old war friends re-acquainted, June 4, 1995
– Roosendaal, J., Nijmegen ’44, Verwoesting, verdriet en verwerking, Nijmegen 2009
– Super Sleuth, 50 years later
Terug naar Oorlogstijd in Nijmegen-Oost.