De Van Rosendaelstraat, van iets naar niets: het lef, de tragiek, de koopmansgeest en vastgoedavonturen van zijn stichter.
Inleiding
“ Aansluitend op de Hugo de Grootstraat kwam je terecht in de Van Rosendaelstraat. In deze straat waren ook veel middenstandsbedrijven: van kruideniers, schildersbedrijven, kolenhandel, melkboer, cafetaria, etc.
Met veel weemoed kijk ik terug op dit mooie stukje Oost-Nijmegen. “
Zo reageerde Gerard de Laak op mijn stuk over de Jan van Goijenstraat. Weemoed, dat trof mij en wekte mijn nieuwsgierigheid op: Van Rosendaelstraat, winkels en weemoed. Dus wandelde ik opnieuw het verleden van een straat in om te ontdekken wie Van Rosendael dan wel was en hoe ook deze straat zijn middenstand verloor.
Deel 1: B.H.F. van Rosendael: Koopman in ‘ Galanterien ‘
24 September 1907, Roosevelt was president van de USA en Pius X resideerde in Rome. Op deze bewolkte, droge dag overleed Bartholomeus Hermanus Franciscus van Rosendael, ondernemer en vastgoedverzamelaar, in zijn huis op de Berg en Dalseweg 47
Van Rosendael behoorde tot degenen die kansen zagen toen in 1874 het besluit werd genomen om de vestingstad Nijmegen te ontmantelen en het mogelijk werd om in de buitengebieden te gaan bouwen. Diverse investeerders begonnen vesting – en landbouwgronden op te kopen, deelden die op in kleinere percelen en verkochten ze, bebouwd met villa’s of onbebouwd, voor veel geld weer door. (zie voor Uitleg Henk Rullmann)
Dus ook Van Rosendael ging zo te werk en gaf op die manier vorm aan een deel van Nijmegen- Oost; met name het gedeelte Hugo de Grootstraat van de Berg en Dalseweg tot de Jan van Goijenstraat dankt zijn bestaan aan Van Rosendael. Dit stuk heette in 1894 “de zoogenaamde Van Rosendaelstraat“ en van 1900 tot 1955 de Van Rosendaelstraat. Ook kocht hij grond langs de Berg en Dalseweg en in de Pater Brugmanstraat. Vaak verkocht hij die percelen weer maar ook liet hij er huizen neerzetten. Zie bijv. het prachtpand Berg en Dalseweg 39-43, dat de familie in 1899 liet bouwen in hun eigen tuin.
Van Rosendael werd op 15-04-1829 om 6.00 uur ‘s morgens in Den Bosch geboren als zoon van Jacobus Petrus Josephus van Rosendael en Wilhelmina van Wamel, het gezin woonde op het Hinthamereinde 601. Vader Jacobus was apotheker, moeder Wilhelmina huisvrouw.
Bartholomeus Hermanus Franciscus duikt pas weer op in de archieven als hij op 09-01-1850 in Gorinchem trouwt met Adriana Hendrika Bakkers.
De jonggehuwden besloten om de een of andere reden naar Nijmegen te gaan want uit het bevolkingsregister van 1850 blijkt dat het echtpaar op 18 augustus 1850 als inwoners staat ingeschreven. Van Rosendaels beroep is winkelier en hun adres is wijk D nummer 23.
Behalve als winkelier was B.H.F. ook even werkzaam als drukker / uitgever. Ik heb één uitgave van hem gevonden :
Voor geïnteresseerden: De uitgave is nog aan te schaffen bij Boekwinkeltjes.nl. : klein oktavo, 298 blz., met 7 uitslaande litho’s. moroccoleren bandje (rugje met kl. besch., kneep hersteld) B.H.F. van Rosendael 1851. ( 28-06-2021 ) |
In Wijk D op nummer 23, de Kannemarkt, heeft hij een winkel-woonhuis overgenomen van de vorige eigenaar A. Kaufman die op 09-01-1852 meedeelt dat hij zijn ‘ Magazijn van Manufacturen en Gemaakte Kleederen op de Kannemarkt 23 ’ gaat sluiten.
De eerste advertentie voor Van Rosendaels winkel die ik in de PGNC kon vinden, dateert uit 1855.
Deze advertentie is kenmerkend voor het genre ‘middelen die alles genezen’. Van Rosendael adverteert aan de lopende band dat hij weer de hand had gelegd op allerlei wondermiddelen die destijds vermoedelijk grif werden verkocht. Vergelijk bijvoorbeeld met de in Amerika rondtrekkende Medicine Shows rond 1925 :” Good for what ails you.”
Een greep uit het assortiment: Romershausens oogwater. Druiven-borstsiroop, Staalwijn, Dubarry’s Revalenta, Aromatisch mondwater, Universeel zuiveringszout, Idiaton tegen kiespijn. Het kan niet op.
Behalve deze wondermiddelen verkocht Van Rosendael in zij Bazar alles wat maar te verkopen was:
De zaak liep zo goed dat hij op 2 februari 1858 in de PGNC meldde:
Behalve door advertenties liet B.H.F. geen mogelijkheid voorbij gaan om zijn bekendheid te verhogen:
Voordat in 1891 de eerste Koninginnedag ter ere van koningin Wilhelmina werd gevierd, bestond in ons land al een ander volksfeest namelijk de viering van de Nederlandse onafhankelijkheid. ( In november 1813 verlieten de Franse troepen Nederland en werd het Koninkrijk der Nederlanden opgericht met Willem 1 als koning ).
Ook in Nijmegen werd in 1863 ter gelegenheid van de “ vijftigjarige gedenkdag van de Nederlandsche onafhankelijkheid .” alles uit de kast getrokken om de middenstand ‘op de kaart te zetten’.
Van Rosendael deed zijn best om op te vallen tijdens die feestelijkheden. In de PGNC werd getrouw verslag gedaan en de verslaggever legt en passant de Nederlandse volksaard vast zoals blijkt uit de laatste twee zinnen:
Je bent ondernemer of niet, moet B.H.F op zeker moment gedacht hebben want hij besluit met zijn gezin te verhuizen van de Kannemarkt naar de Burgstraat wijk A nummer 27 (bevolkingsregister van 1860 ) . Dat blijkt zijn tweede vestiging te worden:
Het gezin woont dus boven de winkel; in het bevolkingsregister van 1870 is aan het adres wijk A nr. 27 het getal 39 toegevoegd.
Twee vestigingen runnen bleek toch niet de beste optie: op 18-07- 1869 maakte hij de “laatste opruiming van glas, bloemvazen en galanterien” op de Kannemarkt bekend en vanaf dat moment is zijn magazijn alleen gevestigd in de Burgstraat 39 waarvan de spelling in 1885 in Burchtstraat is veranderd. Op 25-11-1890 echter kunnen we A. van Tuyll’s likdoorntinctuur halen bij de firma B. van Rosendael in de Lange Burchtstraat 22.
Bij Rob Essers vind ik de verklaring voor deze verschillende nummering: “Tot 1880 waren de huizen per wijk genummerd. Voor het huisnummer stond de wijkletter. De niet-vastgestelde straatnamen waren voor het adres niet van belang. In het kader van de zesde tienjarige volkstelling op 31 december 1879 werden de huizen in de stad (binnenwijken) per straat genummerd. Dit was nog niet het huidige systeem van nummering met de oneven nummers links en de even nummers rechts. Dat is pas bij zevende tienjarige volkstelling op 31 december 1889 ingevoerd.
In de periode 1880-1890 is sprake van een doorlopende straatgebonden huisnummering waarbij het hoogste en het laagste huisnummer tegenover elkaar lagen. De nummering aan de noordzijde van de Lange Burchtstraat liep in oostelijke richting. De nummering aan de zuidzijde liep in tegenovergestelde richting Het hoogste nummer werd in 1890 het laagste even nummer. Dat betekent voor de bovengenoemde adressen het volgende:1860 Wijk A nr. 27 = 1880 Lange Burgstraat 39 = 1890 Lange Burchtstraat 22.”
Overigens had Van Rosendael in 1880 waarschijnlijk genoeg van de stad en is de familie verhuisd naar Berg en Dalscheweg; zijn beroep ‘koopman’ is in het bevolkingsregister doorgestreept.
Van Rosendael gaat met zijn vastgoed aan de slag. In het archief van notaris Halberstadt vind ik een akte van 01-11-1880 waarin hij niet alleen borg staat voor 10000 gulden ten behoeve van zijn zoon Carel en zijn schoonzoon J. Bielen maar ook zelf 15000 leent van bankier H. P. van Alphen. Onderpand voor deze lening zijn twee huizen met erf en een erf met schuur in de Lange Burgstraat. Het eerste huis is sectie C nr. 307 groot 92 ca. Het tweede huis is sectie C nr. 608 groot 2 are en 90 ca ( 290 m2 ). Het erf met schuur is sectie C nr. 609 groot 11 ca. In de akte wordt verder beschreven dat nr 608 en 609 in 1867 door veiling in zijn bezit zijn gekomen evenals sectie C nr. 307. Het pand was al een maand eerder ook onderpand voor een transactie, dan leent Van Rosendael 8000 gulden van J.W. Maurits. Hetzelfde huis dient in 1888 als onderpand voor weer een lening van 8000 gulden nu geleend van Anna Maria van Wijk, weduwe en rentenierster ( archief notaris Hekking ).
Hoe zat het destijds met die indeling in percelen?
Op dit fragment van het minuutplan Nijmegen, Gelderland, sectie C, blad 01 (MIN05123C01)uit 1822 is de indeling in percelen terug te vinden. De percelen 608 en 609 liggen bijna tegenover Het Stockumstraatje dus ten zuiden van De Lange Burgstraat. In de oorspronkelijke aanwijzende tafel sectie c blad 037 vind ik de eigenaar van die percelen: Jacobus Carel Kruger, beroep apotheker en drogist die al in 1812 eigenaar was. Nummer 608 is een huis met erf groot 289 vierkante el en nummer 609 een schuur groot 11 vierkante el. 1 vierkante el is 1m2. Blad 019 vermeldt ( doorgestreept ) dat op perceel 307 Hendrik Reugers woonde met als beroep winkelier, de grootte was 92 vierkante el.
In 1832 woonde op perceel 608 nog steeds Jacobus Carel Kruger, perceel 609 is in 1832 bij 608 getrokken. ( RAN Historische Atlas ). Op perceel 307 woonde toen toch Hendrik Reugers, winkelier. Kennelijk waren het beide winkelpanden. De groottes van de percelen 307, 608 en 609 in 1822 en 1832 komen overeen met de in de verkoopcontracten aangegeven groottes, het gaat dus steeds om dezelfde percelen. De Lange Burchtstraat 22 beslaat de percelen 608 en 609.
Toen Van Rosendael in 1884 door een ongeluk werd getroffen, welk heb ik niet kunnen achterhalen, had het gezin al veel verdriet doorstaan. Van de 13 kinderen die het echtpaar kreeg, overleden er in de periode tot 1884 zeven waarvan twee al bij de geboorte.
Waarschijnlijk leidde dat ongeluk ertoe dat B. (H.F.) van Rosendael zijn zaak overdraagt aan zijn broer C. A. J. van Rosendael ook wel aangeduid als senior om hem te onderscheiden van de zoon van B.H.F. C. A. J. werd op 30-06-1836 geboren in Utrecht en in 1880 werd hij in Nijmegen ingeschreven in het bevolkingsregister.
Finale Uitverkoop, zo kondigde Van Rosendael op 22-03-1885 in de PGNC de overname van zijn Luxe Magazijn aan. Hij vermeldt dan alleen dat hij een opvolger heeft maar nog niet wie dat is.
Op 17-05-85 blijkt die opvolger broer Carel te zijn:
Vanaf mei 1885 wordt de naam van de firma “ Bazar, Groot Magazijn van Huishoudelijke en Luxe-Artikelen Carel A. J. van Rosendael Firma B. van Rosendael.” Merkwaardig genoeg blijkt vanaf een advertentie op 25-11-1888 de firmanaam weer B. van Rosendael te zijn. Vermoedelijk wekte de naam B. van Rosendael meer vertrouwen bij de klanten.
Op 31-10-1889, verkocht Van Rosendael het huis aan de Lange Burchtstraat sectie C nr. 608 en het erf met schuur sectie C nr. 609 voor 20000 gulden aan zijn broer. (archief notaris Hekking)
Tot 26-01-1893 lezen we in de PGNC advertenties waarin Het Magazijn steeds de naam B. van Rosendael draagt; op die 26ste krijgt de klant weer gelegenheid tot de aanschaf van diverse voordeeltjes.
“Wie nu weer”, dacht de vaste klant misschien, tot deze op 26-05-1893 wordt bevrijd uit zijn/haar onzekerheid.
Ook nu bestaat de firmanaam uit de combinatie naam van de opvolger en die van Van Rosendael.
Niet alleen neemt H.A.M Siewe de zaak over maar koopt op zijn beurt ook de percelen sectie C nr. 608 en 609 van C.A.J. van Rosendael, nu zonder beroep en wonend in Den Haag, voor 27000 gulden. Siewe betaalt 1000 aan, voor de resterende 26000 sluit hij een hypotheek af bij de Maas en Waalsche Bank Kneppers en Cie met de twee percelen als onderpand.
Het verslag in de PGNC van de 49ste Algemene vergadering van de Geldersch-Overijsselsche Maatschappij voor Landbouw die duurde van 16-20 augustus 1893 suggereert dat er sprake is van 2 firma’s: “Verder trekken op het terrein zeer de aandacht ( ……..) , een keurige kiosk van de heer Siewe, firma B. van Rosendael, een sigarenkiosk ( …..). “ Het kan ook dat de verslaggever van slag was :
Omdat Van Rosendaels rol als middenstander is uitgespeeld, richt ik mijn aandacht op hoe het Siewe met zijn winkel en zijn aangeschafte vastgoed vergaat. Behalve aan het Groot Magazijn besteedt hij zijn tijd aan sportieve prestaties, hij wordt op 27-08-1895 eerste in een wielerwedstrijd van deNijmeegsche Wielerclub, een wedstrijd over 50 km van St. Anna- Mook- Plasmolen en terug, de route moet twee keer afgelegd worden.
Op Koninginne-dag, 01-09-1897, doet hij mee aan Gymkhana races (komische wedstrijden op volksfeesten) en wint de Lange Pijpen-Wedstrijd. De 1ste prijs: een vogelkooi met standaard. Tevens wordt hij eerste in het Langzaam rijden, beloning: een zilveren horloge-ketting met kompas. Ook pakt hij de derde prijs in de Hooge- Hoeden en Parapluie- Wedstrijd.
Op sportief gebied lijkt Siewe het aardig te doen maar de Bazar ‘ H.Siewe Firma Van Rosendael ‘ lijdt in 1899 schipbreuk. Op 31-05-1899 is er sprake van “ Laatste dagen van den Uitverkoop “ en op 08-06-1899 kondigt hij de Definitieve Sluiting van het Magazijn aan. In de PGNC van 14-06-1899 vraagt hij:
Siewe maakt een geweldige klapper als hij op 01-07-1899 bij notaris Courbois een verkoopcontract tekent voor beide percelen 608 en 609. Hij verkoopt ze aan H. en J. Gubbels, hotelhouders in Nijmegen, voor 48000 gulden.
Wat gaat er met het pand gebeuren? Op 08-04-1900 vraagt H. Gubbels een vergunning aan voor de verkoop van sterke drank in de benedenlokalen van Burchtstraat 22 en in De Gelderlander van 17-05-1900 treffen we een juichend verslag aan over het nieuwe hotel ‘Metropole ‘ adres Lange Burchtstraat 22 met als eigenaars H. en J. Gubbels, vader en zoon.
Het hotel werd tijdens het bombardement op Nijmegen volledig verwoest en is op die plaats niet herbouwd. Het stond ongeveer op de plaats waar nu Scapino in de Burchtstraat zit.
Bronnen:
- Regionaal Archief Nijmegen
- Rob Essers: Stratenlijst gemeente Nijmegen
- Henk Rullmann: Hoe Nijmegen-Oost ontstond
Veel dank aan Henk Rullmann en Rob Essers voor hun bereidwilligheid om mijn vragen te beantwoorden.
Terug naar Straten en straatnamen.
1 reactie op "Van Rosendaelstraat 1, lef, tragiek, koopmansgeest en vastgoedavonturen"
Reageren is niet mogelijk.