Gerard Maria Kam (1836 – 1922) was een Rotterdamse ondernemer. Hij was werkzaam in de Rotterdamse scheepsbouw en staalhandel en actief in de Rotterdamse gemeenteraad.
In 1897 trok hij zich terug uit het openbare leven en verhuisde naar Nijmegen om zijn liefhebberij – archeologie – te kunnen uitoefenen. Hij ging wonen in de Eleonorastraat, de huidige Museum Kamstraat. In zijn achtertuin – een grafveld uit de Romeinse tijd – was van alles te vinden. Hij liet zijn vondsten zien aan de Nijmeegse bevolking op de zolder van het koetshuis. In 1919 schonk hij zijn collectie aan de staat en liet op eigen kosten een museumgebouw optrekken aan de Eleonorastraat, die op 3 mei 1922 werd omgedoopt tot de Museum Kam straat.
De architect van het museum is Oscar Leeuw. Hij inspireerde zich op de romeinse villa’s in Pompeji. In het monumentenregister van de gemeente Nijmegen staat onder meer vermeld over het Museum Kam: van 1922 tot 1998 functioneerde het gebouw als een museum. In 1998 werd de collectie overgebracht naar het nieuw gebouwde, het Valkhofmuseum aan het Kelfkensbosch. Het gebouw aan de Museum Kam straat ging dienst doen als archeologisch studiecentrum.
Het imposante gebouw, dat door de twee torens een burcht-achtige indruk maakt, bevat zowel buiten als binnen opmerkelijke versieringen. Zo zijn op de hoektorens twee medaillons te zien, die respectievelijk de voor- en achterzijde van een Romeinse munt afbeelden. Boven de ingang staat een koperen beeld van de Romeinse wolvin, die volgens de overlevering Romulus – stichter van Rome – en Remus van de hongerdood heeft gered. Binnen, in het atrium, is vooral de trappenpartij zeer imposant.
Bewerking en fotografie: Anton van der Meer, 2014
Terug naar Bijzondere Gebouwen.